
■ Gegevens opslaan
In het telefoongeheugen voor contacten kunt u verschillende typen telefoonnummers en korte tekstitems per
naam opslaan. U kunt ook een toon of een videoclip voor een contact selecteren.
Het eerste nummer dat u opslaat, wordt automatisch ingesteld als het standaardnummer. Dit nummer wordt
aangeduid met een kader om de nummertype-indicator, bijvoorbeeld
. Wanneer u een naam in de lijst met
contacten selecteert, bijvoorbeeld om te bellen, wordt automatisch het standaardnummer gekozen, tenzij u
een ander nummer selecteert.

58
Copyright
© 2006 Nokia. All rights reserved.
1. Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen
Telefoon
of
Telefoon en SIM
is. Zie
Instellingen
op pagina
62
.
2. Zoek het contact waaraan u een gegeven wilt toevoegen en selecteer
Gegevens
>
Opties
>
Info toevoegen
.
Selecteer een van de beschikbare opties.
Als u wilt zoeken naar een ID op de server van uw serviceprovider wanneer u verbinding hebt met de
aanwezigheidsdienst, selecteert u
Gebruikers-ID
>
Zoeken
. Zie
Mijn aanwezigheid
op pagina
59
. Als slechts
één ID wordt gevonden, wordt deze automatisch opgeslagen. Als er meerdere ID's zijn, kunt u de ID opslaan
door
Opties
>
Opslaan
te selecteren. Als u de ID wilt invoeren, selecteert u
ID handmatig opgeven
. Voer de
ID in en selecteer
OK
om de ID op te slaan.