Nokia 6131 - Connectiviteit

background image

Connectiviteit

U kunt de telefoon verbinden met een compatibel apparaat via een draadloze Bluetooth-verbinding of via een
USB-gegevenskabel. U kunt ook de instellingen definiëren voor EGPRS-inbelverbindingen.

Draadloze Bluetooth-technologie

Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR die de volgende profielen ondersteund: generic access, generic
object exchange, hands-free, headset, object push, file transfer, dial-up networking, SIM access en serial port. Gebruik door
Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die
Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit
apparaat.

Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of
serviceprovider voor meer informatie.

Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl
u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.

Met behulp van Bluetooth-technologie kunt u de telefoon verbinden met een compatibel Bluetooth-apparaat
binnen een afstand van tien meter. Omdat Bluetooth-apparaten gebruikmaken van radiogolven, hoeven de
telefoon en het andere apparaat zich niet in elkaars gezichtsveld te bevinden, hoewel de verbinding storing kan
ondervinden van obstakels zoals muren of andere elektronische apparatuur.

Een Bluetooth-verbinding instellen

Selecteer

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

Bluetooth

en daarna een van de volgende opties:

Bluetooth

>

Aan

of

Uit

— om de Bluetooth-functie in of uit te schakelen.

geeft een actieve Bluetooth-

verbinding aan.

Zoeken naar audiotoeb.

— om te zoeken naar compatibele Bluetooth-audioapparaten. Selecteer het apparaat

dat u met de telefoon wilt verbinden.

Gekoppelde apparaten

— om te zoeken naar Bluetooth-apparaten die binnen bereik zijn. Selecteer

Nieuw

om

alle Bluetooth-apparaten weer te geven die binnen bereik zijn. Ga naar een apparaat en selecteer

Koppel

. Voer

background image

71

Copyright

© 2006 Nokia. All rights reserved.

het overeengekomen Bluetooth-wachtwoord van het apparaat in (maximaal 16 tekens) om het apparaat af te
stemmen op de telefoon. U hoeft dit wachtwoord alleen op te geven wanneer u het apparaat voor het eerst
afstemt. De telefoon maakt verbinding met het apparaat en u kunt met de overdracht van gegevens beginnen.

Draadloze Bluetooth-verbinding

Selecteer

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

Bluetooth

. Selecteer

Actieve apparaten

om te controleren

welke Bluetooth-verbinding actief is. Selecteer

Gekoppelde apparaten

om een lijst weer te geven met

Bluetooth-apparaten die op de telefoon zijn afgestemd.

Als u

Opties

selecteert, kunt u kiezen uit de volgende opties, afhankelijk van de status van het apparaat en de

Bluetooth-verbinding.

Bluetooth-instellingen

U kunt instellen hoe uw telefoon kenbaar wordt gemaakt aan andere Bluetooth-apparaten door

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

Bluetooth

>

Instellingen Bluetooth

>

Waarnmb. mijn telefoon

of

Naam van

mijn telefoon

te selecteren.

Als u zich zorgen maakt over de beveiliging, kunt u de Bluetooth-functie uitschakelen of

Waarnmb. mijn telefoon

op

Verborgen

instellen. Accepteer altijd uitsluitend Bluetooth-communicatie van personen met wie daarover overeenstemming

hebt bereikt.

Infrarood

U kunt de telefoon instellen op het verzenden en ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. Voor gebruik
van een infraroodverbinding moet het apparaat waarmee u verbinding wilt maken, IrDA-compatibel zijn. Via de
infraroodpoort van de telefoon kunt u gegevens verzenden naar of ontvangen van een compatibele telefoon of
compatibel gegevensapparaat (zoals een computer).

Richt de IR-straal (infrarood) niet op andermans ogen en vermijd dat deze stoort met andere IR-apparaten.
Infraroodapparaten zijn Klasse 1 laserproducten.

background image

72

Copyright

© 2006 Nokia. All rights reserved.

Wanneer u gegevens verzendt of ontvangt via infrarood, moet u ervoor zorgen dat de infraroodpoorten van het
verzendende en het ontvangende apparaat op elkaar gericht zijn en dat er zich geen obstakels tussen deze
apparaten bevinden.

U kunt de infraroodpoort van de telefoon activeren om gegevens via een infraroodverbinding te ontvangen
door

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

Infrarood

te selecteren.

U kunt de infraroodverbinding uitschakelen door

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

Infrarood

te

selecteren. Als op het scherm

Infrarood uitschakelen?

wordt weergegeven, selecteert u

Ja

.

Als de datatransmissie niet binnen 2 minuten na het activeren van de infraroodpoort wordt gestart, wordt de
verbinding verbroken en moet u opnieuw beginnen.

Pictogram infraroodverbinding

Wanneer

onafgebroken wordt weergegeven, is de infraroodverbinding geactiveerd en is de telefoon

gereed voor het verzenden of ontvangen van gegevens via de infraroodpoort.

Wanneer

knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat of is de

infraroodverbinding verbroken.

Packet-gegevens (GPRS)

GPRS is een netwerkdienst waarmee mobiele telefoons gegevens kunnen verzenden en ontvangen via een
IPnetwerk (Internet Protocol). GPRS maakt draadloze toegang mogelijk tot gegevensnetwerken zoals het
internet.

Toepassingen die gebruikmaken van GPRS zijn MMS, videostreaming, browsersessies, email, extern SyncML,
downloaden van Java-toepassingen en pc-inbeldiensten.

Als u instellingen wilt opgeven voor het gebruik van de dienst, selecteert u

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

Packet-gegevens

>

Packet-gegev.verbinding

en daarna een van de volgende opties:

Wanneer nodig

— om in te stellen dat de GPRS-verbinding tot stand wordt gebracht wanneer een toepassing

deze nodig heeft. De verbinding wordt gesloten wanneer de toepassing wordt beëindigd.

background image

73

Copyright

© 2006 Nokia. All rights reserved.

Altijd online

— om de telefoon automatisch verbinding te laten maken met een GPRS-netwerk wanneer de

telefoon wordt ingeschakeld.

of geeft aan dat de GPRS- of EGPRS-dienst beschikbaar is. Wanneer u een

oproep of tekstbericht ontvangt of wanneer u belt terwijl een (E)GPRS-verbinding actief is, geeft

of

aan

dat de GPRS- of EGPRS-verbinding onderbroken is.

Modeminstellingen

U kunt de telefoon via draadloze Bluetooth-technologie of een USB-kabelverbinding aansluiten op een
compatibele pc en de telefoon gebruiken als modem om een EGPRS-verbinding via de pc in te schakelen.

U kunt de instellingen voor EGPRS-verbindingen vanaf uw pc opgeven door

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

Packet-gegevens

>

Packet-gegevensinstell.

>

Actief toegangspunt

te selecteren en het

gewenste toegangspunt te activeren. Selecteer

Actief toegangspunt bew.

>

Alias voor toegangspunt

, geef een

naam op om de instellingen voor het toegangspunt te bewerken en selecteer

OK

. Selecteer

Packet-

ggvnstoegangsp.

, voer de naam van het toegangspunt (APN) in om een verbinding met een EGPRS-netwerk tot

stand te brengen en selecteer

OK

.

U kunt de EGPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook definiëren op de pc met behulp van de Nokia
Modem Options-software. Zie

Nokia PC Suite

op pagina

118

. Als u de instellingen op zowel de pc als de

telefoon hebt gedefinieerd, worden de instellingen van de pc gebruikt.

Gegevensoverdracht

U kunt uw agenda, contactgegevens en notities synchroniseren met een ander compatibel apparaat
(bijvoorbeeld een mobiele telefoon), een compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst).

Gegevensoverdracht met een compatibele pc of een ander compatibel apparaat is ook mogelijk als de telefoon
zonder SIM-kaart wordt gebruikt. Als de telefoon zonder SIM-kaart wordt gebruikt, worden sommige functies
in de menu's grijs weergegeven. Deze functies kunnen niet worden gebruikt. Synchronisatie met een externe
internetserver is zonder SIM-kaart niet mogelijk.

Lijst met overdrachtscontacten

background image

74

Copyright

© 2006 Nokia. All rights reserved.

U kunt de gegevens van uw telefoon alleen kopiëren of synchroniseren als de naam en de instellingen van het
apparaat zijn opgenomen in de lijst met overdrachtscontacten. Als u gegevens ontvangt van een ander
apparaat (bijvoorbeeld een compatibele mobiele telefoon), wordt het bijbehorende overdrachtscontact
automatisch aan de lijst toegevoegd, op basis van de contactgegevens van het andere apparaat.

Serversynchronisatie

en

PC-synchronisatie

zijn de oorspronkelijke items in de lijst.

Als u een nieuw overdrachtscontact (bijvoorbeeld een mobiele telefoon) aan de lijst wilt toevoegen, selecteert
u

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

Gegevensoverdracht

>

Opties

>

Overdr.contact toevoegen

>

Telefoonsynchronisatie

of

Telefoonkopie

en geeft u de instellingen voor de betreffende soort

gegevensoverdracht op.

Als u de instellingen voor het kopiëren en synchroniseren van gegevens wilt bewerken, selecteert u een contact
in de lijst met overdrachtscontacten en vervolgens

Opties

>

Bewerken

.

Opmerking: Voor elk apparaat moet een afzonderlijke vermelding in de lijst met overdrachtscontacten
worden opgenomen. U kunt niet hetzelfde overdrachtscontact voor verschillende apparaten
gebruiken.

Als u een overdrachtscontact wilt verwijderen, selecteert u het overdrachtscontact in de lijst en selecteert u

Opties

>

Verwijderen

en antwoordt u bevestigend op de vraag

Overdrachtscontact verwijderen?

.

Serversynchronisatie

en

PC-synchronisatie

kunnen niet worden verwijderd.

Gegevensoverdracht met een compatibel apparaat

Voor synchronisatie wordt gebruikgemaakt van draadloze Bluetooth-technologie of een kabelverbinding. Het
andere apparaat bevindt zich in de stand-by mode.

U start de gegevensoverdracht door

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

Gegevensoverdracht

te selecteren.

Vervolgens selecteert u in de lijst het overdrachtscontact (

Serversynchronisatie

of

PC-synchronisatie

kunnen

niet worden gekozen). De geselecteerde gegevens worden op basis van deze instellingen gekopieerd of
gesynchroniseerd. Het andere apparaat moet zijn geactiveerd voor ontvangst van gegevens.

background image

75

Copyright

© 2006 Nokia. All rights reserved.

Synchroniseren vanaf een compatibele pc

Voordat u de gegevens van uw agenda, notities en contacten vanaf een compatibele pc kunt synchroniseren,
moet u de Nokia PC Suite-software van uw telefoon op de pc installeren. Gebruik draadloze Bluetooth-
technologie of een USB-gegevenskabel voor de synchronisatie en start de synchronisatie vanaf de pc.

Synchroniseren vanaf een server

Als u een externe internetserver wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een synchronisatiedienst. Neem
contact op met uw serviceprovider voor informatie over en de instellingen voor deze dienst. Het is mogelijk dat
u de instellingen ontvangt als configuratiebericht. Zie

Dienst voor configuratie-instellingen

op pagina

15

en

Configuratie

op pagina

78

.

Als u gegevens hebt opgeslagen op de externe internetserver, kunt u de synchronisatiesessie starten vanaf de
telefoon.

Selecteer

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

Gegevensoverdracht

>

Serversynchronisatie

. Selecteer

Synchronisatie gestart

of

Kopiëren wordt gestart

, afhankelijk van de instellingen.

Als de lijst met contacten en de agenda vol zijn, kan het synchroniseren bij een eerste synchronisatiesessie of
na een onderbroken synchronisatiesessie wel 30 minuten duren.

USB-gegevenskabel

U kunt de USB-gegevenskabel gebruiken voor het overdragen van gegevens tussen de telefoon en een
compatibele pc of een printer die PictBridge ondersteunt. U kunt de USB-kabel ook gebruiken met Nokia PC
Suite.

U kunt als volgt de telefoon activeren voor het overdragen van gegevens of het afdrukken van een afbeelding.
Sluit de USB-gegevenskabel aan en selecteer

USB-gegevenskabel aangesloten. Selecteer modus.

. Selecteer

vervolgens

OK

. U kunt kiezen uit de volgende modi:

Standaardmodus

— om de kabel voor PC Suite te gebruiken.

Afdrukken

— rechtstreeks vanaf de telefoon afbeeldingen afdrukken op een compatibele printer.

background image

76

Copyright

© 2006 Nokia. All rights reserved.

Als u de USB-modus wilt wijzigen, selecteert u

Menu

>

Instellingen

>

Connectiviteit

>

USB-gegevenskabel

>

Standaardmodus

,

Afdrukken

of

Gegevensopslag

.